Deel 6 De Spaanse gezondheidszorg één van de beste in Europa
- Casa de la Luna Begur
- 20 feb 2022
- 4 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 9 mrt
Maart 2020 (tijdens de lockdown)
Als Spaans ingezetenen moesten we ook een zorgverzekering hebben. Toen we daar mee bezig waren, kwamen we erachter dat het zorgsysteem anders in elkaar zit dan in Nederland. Ben je niet in loondienst in Spanje, sta je niet in Spanje geregistreerd als zelfstandige ondernemer (autonomo) of ben je niet gepensioneerd, dan kun je je niet aansluiten bij de CAT Salut Seguridad Social (vergelijkbaar met het ‘oude’ Nederlandse ziekenfonds). En moet je een particuliere ziektekostenverzekering afsluiten.
Je hebt dus Particuliere en Publieke zorg in Spanje. Publieke zorg in Spanje houdt in dat je een publiek ziekenhuis, huisarts en specialist kunt bezoeken. Een specialist kun je niet zomaar bezoeken, hier heb je een doorverwijzing voor nodig en dat kan soms maanden duren. Dat is ook een reden waarom veel mensen naast de publieke zorg ook een particuliere zorgverzekering afsluiten.
Heel belangrijk dus om vóór je vertrek uit te zoeken op welke manier je je wilt verzekeren tegen ziektekosten. Wij hadden besloten om onze verzekeringen te regelen via een tussenpersoon waar ook Nederlands werd gesproken. Altijd handig om in een noodsituatie je eigen taal te kunnen spreken.
Voor ‘normale’ klachten konden we terecht bij een medisch centrum in de buurt. Maar voor ernstige gevallen moesten we verder van huis, naar een Eerste Hulppost (serveis d’urgències) van een gespecialiseerd ziekenhuis in Girona. Girona lag op vijftig minuten rijden en dan moest je nog geen files tegenkomen. Het goede nieuws was dat je dan direct door de juiste specialist werd geholpen. Helaas wel met lange wachttijden voor de uitslag, maar je was in elk geval in goede handen.
Zo moesten we een keer met spoed naar Girona voor mijn enkel die was omgeklapt tijdens het werken in de tuin. Onderweg in de auto naar Girona klopte mijn enkel flink en de zwelling werd er ook niet minder op. Helaas had ik geen paracetamol in mijn tas, dus dat werd tandenbijten. Menno had op het laatste moment een pakje stroopwafels in de auto gelegd, zodat we onderweg onze lunch van twee stroopwafels en een flesje water konden nuttigen. Het ziekenhuis was midden in de stad Girona en lastig te bereiken met wegwerkzaamheden in ongeveer elke straat. Bij het het ziekenhuis bleek er geen parkeer mogelijkheid te zijn. Menno stopte bij de ingang van het ziekenhuis en ik stapte moeizaam uit. Ik kon niet op mijn voet staan, dus Menno ging snel naar binnen op zoek naar een rolstoel. Opgelucht zag ik hem vijf minuten later met een rolstoel en kon ik zonder al te veel moeite het ziekenhuis bereiken. Terwijl Menno op zoek ging naar een parkeerplek meldde ik mij bij de balie. Vanaf daar verliep het voorspoedig en binnen een uur wezen de röntgenfoto’s uit dat de enkel niet gebroken was, maar zwaar gekneusd. Met een zucht van verlichting en een mooi verband, een kapot geknipte broek en pijnstillers maakten we de rit van een klein uurtje weer naar huis. Gelukkig hadden we nog stroopwafels in de auto…
Onze tweede ervaring met het Spaanse zorgsysteem was toen we voor een ‘bijna’ slagaderlijke bloeding van Menno gelukkig wél in het Medisch Centrum in de buurt terecht konden. Menno was tegen een glasplaat aangelopen waarvan een hoek afgebroken was. Eenmaal daar was het lunchpauze, maar we konden over een uurtje weer terugkomen, want dan was de dienstdoende arts weer aanwezig. "Dat kan alleen in Spanje waar de maaltijd het belangrijkste moment was van de dag. Een 'spoedje' moet dan maar even wachten" verzuchtte ik. Op dat moment was ik erg blij dat ik zo’n dertig jaar geleden mijn EHBO diploma had behaald en nog wist hoe ik een knevel moest aanleggen. Ik nam dan ook later dankbaar het compliment van de behandelend arts in ontvangst. Een 'mooi' litteken op de kuit van Menno herinnerd nog aan de twintig flinke hechtingen die de arts had gezet.
En afgelopen week nog moest ik met Menno na een ongelukkige val van zijn fiets naar het ziekenhuis in Girona. Na een röntgenfoto en een CT scan bleek er een breuk te zitten zowel in zijn rib als in het schouderblad aan de linkerzijde. Menno had erg veel pijn. Met zijn arm gefixeerd tegen het lichaam en een flinke dosis pijnstillers, kwamen we eerst even bij met een kop koffie en een bocadillo (broodje) op het terras van het tegenover het ziekenhuis gelegen plein.
Een ander probleempje waar we tegen aan liepen was het feit dat er voornamelijk Catalaans werd gesproken in de medische centra en het ziekenhuis. Ook de recepten werden uitgeschreven in het Catalaans. Wij hadden ons de afgelopen jaren op het 'onder de knie krijgen van de Spaanse taal' gericht en het Catalaans was voor ons helaas nog niet te volgen. Gelukkig kon onze apotheker in Begur, waar ik een doos pijnstillers had opgehaald, het recept én de diagnose voor ons naar het Engels vertalen. Op dat moment realiseerden we ons dat het herstel van beiden breuken nog wel een tijdje zou kunnen duren.

Het eerste wat je moet doen bij noodsituaties in Spanje: bel 112 (geen netnummer nodig). Of je nu op het strand, op zee, in de bossen aan het wandelen of in de stad bent, in geval van nood kun je de Spaanse nooddiensten altijd via dit ene nummer bereiken. De responder spreekt diverse talen. Het is ook mogelijk om het noodnummer te sms’en. Of je gaat direct naar de Urgencias- afdeling (spoedeisende hulp) van het dichtstbijzijnde ziekenhuis.
Oja, en bij autopech neem je in Spanje altijd eerst contact op met je verzekeringsmaatschappij. Zij regelen een hulpdienst. Als je zelf een garagebedrijf belt, worden deze kosten niet vergoed. Tis maar dat je het weet!
Opmerkingen